Twee dagen later op den 20sten Maart, vervul
den wij een treurigen plicht. Een der meest ver
dienstelijke onderofficieren, de serg. majoor Hoff-
bauer, die de Academie 40 jaren lang als scherm
en gymnastiek-onderwijzer had gediend, werd
met militaire honneurs ter aarde besteldhet corps
cadetten verzelde hem naar zijne laatste rust
plaats; de gouverneur en de cadet sergeant Suer-
mondt hielden vanwege onze inrichting en namens
de cadetten toespraken bij het graf en het
was eene welverdiende hulde, aan den gedurende
zijn leven zoo braven en wakkeren krijgsman
bewezen, dat ons corps een zerk op zijn graf
plaatste en dit met een lauwerkrans versierde.
Een maand na het vertrek van generaal-majoor
Van Willes, dus op den 26sten Maart, werd de Eerste
Officier der Academie M. G. F. Simon tot gouverneur
dier inrichting benoemdna het vertrek van onzen
oud-gouverneur, had hij tijdelijk diens werk
kring waargenomen, hetgeen des te omvattender
voor hem was, aangezien hij nu eene dubbele
functie had te vervullen.
Met ingenomenheid begroetten wij deze be
noeming; de welwillendheid en rechtvaardigheid,
maar bovenal de uitstekende bekwaamheden
van dezen hoofdofficier waren ons reeds in menig
opzicht gebleken en terecht begreep onze
Regeering dat zij door hem, hoewel eerst majoor,
tot de gewichtige betrekking van gouverneur
der Academie te benoemen, eene welverdiende
hulde bracht aan de vele verdiensten van dezen
talentvollen hoofdofficier.
LX