Een geestig opmerker heeft eens beweerd dat men bij het einde van den examentijd slechts een tiental goed geoefende soldaten zoude noodig hebben, om het geheele cadettenkorps te verslaan, aangezien het moreel en het physiek element dan in hooge mate geschokt zijn; zonder daarmede te willen instemmen, is het toch zeker, dat een drie- weeksch examen wel eenigszins afmattend op het gestel werkt, en het daarom een wijze bestiering is den kamp- en verloftijd onmiddellijk daarna te doen ingaan. Den 28sten Juni waren het officiersexamen en het overgangsexamen van het 3de studiejaar gelukkig ten einde, en het 2d0 en lste studiejaar kwamen onmiddellijk daarna aan de beurt. De 29stB Juni was een gewichtige dag; de uit slag van het officiersexamen werd toen bekend en in vergelijking met het vorige jaar was deze bepaald gunstig te noementevens vertrokken op dien datum de cadetten der Art. van de beide hoogste studiejaren, onder de leiding van kapitein Seyffardt naar het kamp op de Oldenbroeksche heide. Terwijl de cadetten der artillerie zich gereed maakten voor hun naderend vertrek naar het kamp, rukten die der overige wapens te 9 uren uit, tot het doen eener groote militaire wande ling ik geloof, dat de eersten zich aangenamer gestemd gevoelden dan de laatsten. Ten 91/2 ure brak eindelijk het gewenschte tijd stip van vertrek voor de artilleristen aan. Na eene toespraak van den gouverneur marcheerden wij, (geachte lezer, ik zelf ben artillerist en LXVI

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1879 | | pagina 70