dant, de overste Van Nieuwkuijk verwelkomde
daarna zocht ieder zijn tent op, en verbeterde
daarin wat hij meende verbetering te behoeven.
De kamptijd zelve paarde met vele genoegens
ook enkele minder aangename zaken; we zouden
het aldus kunnen samenvatten de officieren
waren in den omgang met de cadetten allerin
nemendst, de lange heen- en terugwandelingen tot
bereiking en verlating van het veld onzer werk
zaamheden allervervelendst, de werkzaamheden
zei ven (ze bestonden hoofdzakelijk in schieten en
werpen) vooral voor de nieuwe cadetten aller
aangenaamst, het weder allerslechtst, terwijl
eindelijk, last not least, de voeding, die gewichtige
hoofdfactor in het soldatenleven althans voor de
cadetten alleruitmuntendst was; ziekte kwam
bijna niet voorde Zondagen mochten we buiten
het kamp doorbrengen, terwijl ons tevens gelegen
heid werd gegeven van de onderofficiers-cantine
gebruik te maken.
Om 3 uren eindigde het werkdoor enkelen onzer
werd dan de gulden stelregel ,,rust na den arbeid"
toegepastweder anderen gebruikten hun vrijen tijd
tot het doen van wandelingen naar de naburige
omstreken.
Den laatsten dag van onzen kamptijd kenmerkte
zich door geweldige stortvloeden van uit den hooge,
de gansche heide geleek ééne zee, en enkele tenten
waren volmaakt onbruikbaar geworden om tot
nachtverblijf te dienen; enkelen onzer zochten
hun heil in de droog gebleven tenten hunner
makkers, anderen in de ambulance-tent.
LXVI1I