Ze bleven in de Academie gehuisvest en trokken iederen morgen uit, hetzij naar het aloude cadet- tenkamp, hetzij naar elders buiten de stad, hetzij naar het zoogenaamde ravelijn ,,Webnum" aan de overzijde der gracht, die onze wallen om geeft. Deze oefeningen kenmerkten zich door weinig bizonders en kunnen daarom vrijwel stil zwijgend worden voorbijgegaanzij verschaften rust aan den geest en vernieuwde kracht aan het lichaam. De laatste dag alleen leverde nog iets belangrijks op. De cadetten der genie toonden ons toen, onder leiding van den lste luitenant in genieur Snijders, de uitwerking van het dynamiet door eenige welgeslaagde proeven, bestaande in het doen springen van een viertal boomen, op meer gemeld ravelijn. Deze oefening werd door tal van officieren, zoowel van de Academie als uit het garnizoen bijgewoond, alsmede door onzen gouverneur en onzen Eersten Officier. De over tocht van de gracht leverde een vreemd gezicht op, daar de passagiers eerst in colonne met éénen langs de smalle loopplank van onze zwemkom tot midden in de gracht moesten doorloopen en daarna in een bootje naar de overzijde werden getrok ken. Voorzeker keerde ieder uiterst voldaan terug en we mogen gerust zeggen, dat de genie alle eer van hare werkzaamheden had. Daarmede was het verlof aangevangen, die tijd van vreugde voor den cadetmaar och, helaashoe dikwijls veroorzaakt hij, dat het ,,mené, mené tekel upharsin" over enkele ongelukkige slachtoffers wordt uitgesproken, getuige de 4de Sept. toen de LXX

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1879 | | pagina 74