lxxvii
niet gezien hebt tijdens ons gouden feest.De
Zuid-Hollander heeft er geen begrip, en de Noord-
Hollander geen idee van, hoe in Brabant versierd
wordt. Straten veranderen in lanen, pleinen wor
den parken, groene eerebogen en muziektempels
verrijzen en de nabootsing van de natuur, die in
alles te lezen is, getuigt voor de ontwikkeling en niet
minder voor den smaak van de bevolking. En
dat alles kwistig omzoomd en doorvlochten met
onze kleurenRood, wit en blauw, rood en wit,
en oranje waren gepaard aan al dat groen, en
leverde een effect, dat later, door een stroom van
licht als overgoten, zich dubbel goed zou voordoen.
Die feestdosch stond u goed, Breda; dien Zon
dag-morgen waren we overtuigd, dat uwe inwoners
geen moeiten en geen kosten zouden ontzien om
een feest aan te richten, waarvan geheel Nederland
kan spreken.
Het is hier de plaats voor een woord van erken
telijkheid voor het geheel. Heb dank, Breda! voor
uw aandeel in dat feest, ontvang den dank van uio
Cadetten-corps en herinner IJ, dat de hulde aan
uwen burgemeester op den 28sten September, meer
in het algemeen U betrof.
Het feest werd ingeleid door een' wedstrijd van
besloten kringen.
De kegelclub deed de eerste feesttoonen weêr-
galmen; de eerste muziek deed zich liooren, en
ze was ons gansch niet onwelkom te meer om
dat wij haar dankten aan het corps „Vlijt en Vol
hardingeen corps, dat een waardig aandeel in
de geheele feestviering heeft genomen.