l.XXXtl
Nu eens rolden statig de tonen van het koraal
door de gewelven, dan weder klonk de krijgs
muziek ons in de ooren om eenige oogenblikken later
in een welluidend feestlied over te gaan, tot eindelijk
alles zich oploste in de melodie, ons vaderlandsch
volkslied. Kracht en kalmte, weemoed en vreugde,
vorsteneerbied en vaderlandsliefde vormden hier
een geheel dat aller gevoel opwekte en den dank
aan het slot volkomen verdiende.
Hulde aan u, dichter en kunstenaar tevens,
hulde en dank aan u van de Academie-zonen, die in
dat oogenblik uw bezielend genie waardeerden!
In de prachtig gedecoreerde zaal, waarin onze
exercitieloods was herschapen, had dien avond een
diner plaats, waarin gulle vreugde en broederlijke
vriendschap onder alle rangen voorzaten.
Voor de beschrijving van die zaal en den daar
nevens aangelegd en wintertuin verwijzen wij naar
het feestnommer van de Bredasche Courantdat
beide lokalen aldus bespreekt:
Tot feestlokalen waren ingericht de exercitie-
loods en de zoogenaamde affuitloods. Ze waren ver-
eenigd door een houten getimmerte, dat diende tot
vestibule, en als zoodanig drie garderobes bevatte.
Van uit de vestibule kwam men rechts in het feest
lokaal, bestemd achtereenvolgens tot eet- en dans
zaal, links in de als tuin versierde affuitloods, waar
zich 4 ruime buffetten bevonden, die gedurende het
bal druk bezocht waren. De indruk, dien men bij
het binnentreden van den tuin ontving, was werke
lijk betooverend. De naakte muren der loods
waren bekleed met geurige mast, sierlijke sparren-