boomen vulden de penanten tusschen de vensters,
terwijl een aantal sierplanten en bloemen de nog
opengebleven vakken vulden. Om zooveel mogelijk
ruime circulatie te hebben, was in het midden der
loods slechts een bloemperk aangelegd. Het ge
schenk door de stad Breda aan de Academie aange
boden maakte het midden van dit bloemperk uit.
Zooals boven reeds is gezegd, had men rechts
van de vestibule de eet- en danszaal. Door middel
van houten stijlen, die twee aan twee gekoppeld
waren door een gemeenschappelijk voetstuk was in
de exercitieloods een langwerpig middendeel ge
vormd, dat zoowel door hoogte als door versiering
zich scherp onderscheidde van de 6 meter breede
gangen, die er om heen liepen en gedurende het bal
voor niet dansenden wraren bestemd.
Het middendeel toch vormde de eigenlijke dans
zaal ook daarin waren de tafels aangericht voor
het diner. De geheele loods, nagenoeg 400 M2 groot,
was voorzien van een houten vloer; daarop waren
gesteld de bovengenoemde houten stijlen, die aan
de zijden van de eigenlijke danszaal een kroonlijst
droegen, en aan de andere zijde het plafond schenen
te steunen, dat de zijgangen van boven afsloot. De
genoemde kroonlijst had vier voorsprongen, waarop
tropeeën waren geplaatst, en die de busten droegen
o.a. van den Koning en de Prinsen van ons Vorste
lijk Huis.
Boven de kroonlijst hingen tegen de wanden der
danszaal guirlandes van groen met oranjelint om
wonden. De aansluiting van de wanden met het
plafond was verkregen door een sterk geprofileerde
LXXXIll