ons meester maakte Toen eerst beseften we welk een zware taak we op ons liadden genomen. En geen onzer had meer willen terugtreden. Neen, want juist bij den aanblik van zulk een publiek verkregen we ,,De kracht tot hand'len" die ons bij de repetitiën steeds had ontbroken. Het was dus een prikkel om op de drie feestavonden, voor ons tooneelstuk bestemd, ons beste beentje voor te zetten. Grij, geëerde lezeressen en lezers, die niet bij onze opvoeringen tegenwoordig zijt geweest, ge wenschtet misschien te weten of het publiek zich dankbaar toonde voor de moeite, die de cadetten zich getroost hebben? Het doet mij genoegen u te kunnen zeggen, dat vele oud-cadetten, de mannen uit de eerste jaren der Academie, met welgevallen de tooneelen uit hun jeugd weer aan schouwden. Ze leefden mede in de tooneeltjes van den baar en zijne rechters en ze begrepen, dat veel aan het publiek moest overgelaten wor den te denken, wat op het tooneel niet kan ge zegd worden. Hun bijval was dus een groot geluk.' En ook vele anderen, nog jonger van dagen, schenen zich te amuseeren, te oordeelen naar het druk gejoeldat soms in de zaal heerschtehet was immers duidelijk, dat zich bij hen de ingenomenheid op eene andere wijze, moest openbaren, dan hij de meer bezadigden. Ik breng eindelijk hier nog openlijk de dank baarheid der spelers aan het publiek van de beide laatste avonden, dat, daar ze meer per- LXXXVII

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1879 | | pagina 91