In de eerste plaats hebben wij dank te zeggen aan het bestuur der Academie, dat ons tal van vrijheden vergunde en ons een waardige plaats deed innemen bij alle feestelijkheden. Gelukkig dat een dagorder als die van den 28sten September de bewijzen konde afleggen, dat van die plaats geen onwaardig gebruik was ge maakt. In de tweede plaats ('t is om het contrast) wijzen we op het zonderlinge verschijnsel dat overal (zie feestwijzer, feestcourant, enz.) het cadet- tenkorps vergeten is. Zonderling verzuim in eene behandeling van Academiefeesten Eindelijk willen we nog gaarne een laatste woord van erkentelijkheid toeroepen aan allen, die medewerkten om het gouden feest roemrijk te vieren; allereerst aan den heer W. G. Koomans voor zijne krachtige bemoeiingen en zijne belange- looze hulp om onze exercitieloods te hervormen in de prachtige danszaal, hiervoren beschreven; doch ook den heer Beyens mag onze dank niet onthouden worden voor zijne fraaie marscli bij gelegenheid van onze feesten voor ons cadettenkorps gecom poneerd. Maar we zouden niet weten waar te ein digen, wanneer we personen wilden noemen, allen hadden de handen ineengeslagen, en we willen hier slechts eindigen met den wensch, dat die zelfde eenheid, diezelfde orde, datzelfde onver deelde genoegen onder allen moge heerschen wanneer de meesten onzer misschien over een aantal jaren weder tot feestvieren worden opge roepen XCIV

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1879 | | pagina 98