die tijd ging voorbij, en zalig was liet gevoel den laatsten examendag achter den rug te hebben. Die vreugde moest een uitweg hebben. Grootsche plannen werden beraamd. Reeds was de toestemming tot eene schitterende bengaalsche verlichting van het buitenplein aangevraagd om daardoor een afscheidsgroet aan het afgeloopen jaar te brengen, toen aan alle plannen op eens den bodem werd ingeslagen door de tijding dat we reeds den 14den konden vertrekken. Met welk eene vreugde wij dien morgen den sleutel van onze boekenkast aan den sergeant-majoor overgaven is licht te begrijpen. In de meeste harten heerschte echter nog eene angstige onzekerheid. Hoe zou de uitslag zijn?Dat zou de tijd leeren. Voorzeker is liet geen gemakkelijke taak, waarde lezer, u eene beknopte beschrijving van ons kamp te geven. Eene opsomming der werkzaamheden, die wij er te verrichten hadden, zou u te zeer vervelen, en voor het overige zou ik mij moeten bepalen tot eene reeks van beschouwingen' over ;de eigenaardige indrukken, die het kampleven op ons achtergelaten heeft. Ik zeg daar, dat eene opsomming onzer werkzaam heden vervelend zou zijn, maar gij weet niet, lioe eentonig deze op zichzelf reeds waren. Vooral was dit het geval in Teteringen, waar zij bestonden in het CXIV

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1880 | | pagina 120