vuurtoren als een gloeiende spijker aan den horizon waar te nemen. Gelukkig, dat onder zulke ontmoedigende omstan digheden het onderling verkeer zoo gezellig en har telijk was; bovendien had de kennismaking met een broederkorps, dat tegelijkertijd in Oldebroek kam peerde, ik bedoel de Delftsche cursianen, veel aantrekkelijks. Te ontkennen is het niet, dat wij eenigszins hiertegen opgezien hadden, daar, niettegenstaande punten van overeenkomst, er toch ook weer verscheidene punten van verschil waren. Hoezeer werd echter onze vrees beschaamd. Reeds den eersten avond werd de ken nismaking aangevangen en spoedig waren wij als tot één saamgegr oeid. Lang nog zullen de dagen van het Oldebroeksche kamp in onze herinnering voortleven, en de kameraden, die wij er gevonden hebben, zullen ons dierbaar blijven. Slechts te zeer betreurden wij de spoedige scheiding. Moge het volgende jaar ons weder in dezelfde aangename en hartelijke verhou ding in het kamp samenbrengen. Met de in Teteringen achtergelatenen bleven wij door dagelijksche briefkaartwisseling in betrekking en wij hielden elkaar zoodoende wederkeerig op de hoogte van de gebeurtenissen. Ook zij hadden veel van het weder te lijden en de Teteringsche zandvlakte was dan ook spoedig in een groot meer veranderd. De tenten werden naar de hoogste punten terugge trokken, maar waren ook hier niet volkomen tegen het water beveiligd. De laatste week ging van daar een ander de tachement, bestaande uit de genisten en infanteristen C XVIII

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1880 | | pagina 124