cxx
zeven van de nieuw aangestelde korporaals tot het
S0"3 studiejaar behoorden, en voor het overige verwijs
ik, om mijn verslag niet al te droog te maken, naar
de benoemingen.
Thans treedt in de geschiedenis der cadetten een
lichaam op, dat, zoo al niet geheel nieuw, toch
voor een geruimen tijd niet op de Academie be
staan had. Ik bedoel de Senaat. Reeds lang
was door ons behoefte gevoeld aan een dergelijk
lichaam, dat verschillende quaesties onder ons tot
oplossing kon brengenden met algemeene stemmen
werd dan ook den nden September besloten een
senaat te kiezen. Den l5den had de keuze plaats en
namen de vijf gekozenen de taak op zich, die zij tot
nog toe met den meesten ijver hebben vervuld. Onze
senatoren hebben geene grijze haren (misschien
grijze kapotjassen), maar we achten hen daarom niet
minder en we zullen hen steeds dankbaar blijven
voor de welwillendheid, waarmede zij die uiterst
moeielijke taak op zich hebben genomen.
Een ander feit, dat, hoe gering ook schijnbaar,
toch in ons eentonige leven eene verandering van
het hoogste gewicht was, was de nieuwe regeling
der voeding, die 1 October intrad. Wat daarbij
plaats had, en hoe aangenaam die verandering voor
ons was, weten we allen, en ook wien we daarvoor
dankbaar moeten zijn. Ik zal daarom niet langer
hierbij verwijlen, maar overgaan tot eene andere
verandering, die, hoewel klaarblijkelijk in ons belang
gemaakt, toch verre van aangenaam voor ons was.
In de laatste jaren is door de geleerden eene ziekte
ontdekt, die vooral in gebouwen, waarin groote