vereenigingen van menschen zijn, een ruim veld
vond. Deze ziekte, de granuleuze oogziekte, nam
dit jaar bij ons in die mate toe, dat het bestuur, de
geneeskundige behandeling der oogen niet genoeg
achtende, het noodzakelijk oordeelde tot meer be
slissende maatregelen over te gaan. Ten eerste werd
bepaald dat de cadets, door die ziekte aangetast, op
afzonderlijke zalen zouden slapen; verder, en dat
was iets, wat meer in ons dagelijksch leven ingreep,
dat zij, op tijden dat op de amusementzaal gerookt
werd, die niet mochten bezoeken, terwijl hun boven
dien alle rooken in besloten lokalen werd verboden.
De maatregel was streng voor de arme granuleuzen,
maar er werd niet gemopperd. Ieder begreep dat het
hier zijn eigen belang gold. Bovendien ginger weldra
onder de niet-granuleuzen eene medelijdende roep
stem op, die het ons voorhield hoe vervelend het
voor de granuleuzen was, van het genot der amuse
mentzaal verstoken te zijn en het voorstel deed,
enkele avonden in de week niet te rooken, om hen
in de gelegenheid te stellen ten minste die avonden
de amusementzaal te bezoeken. Al waren er enke
len, die hun pijp of sigaar boven hunne kameraden
verkozen, in het algemeen vond het voorstel veel
bijval, en kwam men er allengs toe om op Woensdag
en Zaturdag niet te rooken. Na den 23sten November
werden de bordjes echter verhangen; op dien dag
werd namelijk door den lsten off. van gez., lstekl.,
Dr. J. A. Fles, eene algemeene oogeninspectie ge
houden, waarvan het treurige gevolg was, dat het
rooken voor goed verboden werd in de lokalen der
Academie. In dien toestand leven wij nu nog altijd
CXXI