10
Slechts één rijtuig volgde de lijkkoets, omringd
door een zestiental cadetten, die, evenals de over
ledene bestemd voor de artillerie in Oost-Indië,
als dragers fungeerden; vier cadetten, Lokhorst's
beste vrienden, droegen de slippen van het lijkkleed.
In dat rijtuig zaten de Gouverneur, de Eerste
Officier en de Adjudant van den Gouverneur. Geen
van Lokhorst's familiebetrekkingen kon bij zijne uit
vaart tegenwoordig zijn.
Achter deze koets kwamen de drie compagniën
cadetten.
Zoo deed het gelieele cadettencorps hunnen mak
ker de laatste eer aan.
Aan het kerkhof gekomen, werd de kist uit den
lijkwagen gelicht en boven het graf geplaatst.
Inmiddels hadden zich het vuurpeloton, de muziek
en de overige cadetten, benevens eenige militaire- en
burgerlijke autoriteiten rondom de groeve opgesteld.
Allen waren onder den indruk van het plechtige
oogenblik, zoodat men gedurende geruimentijd niets
hoorde dan de weemoedig stemmende tonen van den
treurmarsch.
Harmoniëerde die muziek met ons aller stemming,
de natuur deed dit niet minder. Geen zonnestraal
was er nog doorgebroken, maar regen viel neer van
het oogenblik dat de rouwstoet de poorten der
Academie verliet, tot dat de plechtigheid was geëin
digd alles was somber in en rondom ons.
Nu trad de Gouverneur voor en sprak eenige korte,
maar hartelijke woorden. Hij herinnerde aan de
vele goede eigenschappen van den overledene, aan
den ijver, dien hij had betoond bij zijne studiën, aan