INCLINATIE. 15 Hem, die zich dagen lang verveelt, Omdat hij 't hart nog onverdeeld En treurend om moet dragen En die niet heeft met wie hij speelt, Van wie hij kusjes krijgt of steelt, Hem wensch ik beet're dagen. Aan haar, aan elke lieve maagd, Die nog steeds wacht tot hij haar vraagt, Dien zij het best mag lijden; Haar wensch ik dat zij nooit meer klaagt, Dat dra de knaap die haar behaagt Zijn min aan haar moog' wijden. Gij allen, heeren, vol van vuur, Gedraagt u allen, slaat eens 't uur, Vol minzaamheid en gratie. En, dames, kijkt dan niet te zuur, En houdt uw ,,ja" niet al te duur, Hoezee dan deInclinatie. G. E.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1880 | | pagina 147