20 Het was een schoone zomeravond. De natuur was in eene kalme rust gedompeld en slechts nu en dan werd de stilte verbroken door het geloei van de eene of andere slaperige koe, die hare ligplaats niet kon vinden, of door een paar kikvorschen, die eene samenspraak hielden. In de boschjes bij Oméga zaten Alpha en Sigma op eene bank. Sigma!" Met welk een gevoel sprak Alpha dat woord uit. Alpha!" zei Sigma koel en bestraffend. O! Sigma voelde niet wat Alpha voelde. Alles, alles wil ik voor u doen!" Breng mij naar huis. Ik verveel me," was het antwoord. Alpha en Sigma gingen. Doch zij waren niet het eenigste paar, dat de stilte der Omègasche boschjes gezocht had. Nauwelijks waren zij een paar schreden gegaan of in de verte verschenen twee onbekenden. Toen zij naderbij kwamen bleek het dat het korporaal Iks en Kaatje Ei waren. Juffrouw Ei vervulde de betrekking van keuken meid bij Sigma's ouders. Je salueert dien vent niet, versta je?" zei Sigma. ,,Maar Sigma! ik moet het doen." ,,Je doet het niet, hoor! Anders is het voor goed uit tusschen ons." Sigma! moet ik dan insubordinatie plegen?" Insubordinatie of niet. Ik verkies het niet. Uit!" Alpha was in tweestrijd. Was het beide niet even erg: Insubordinatie tegen twee lieve betooverende bruine oogen of tegen twee vuile gele strepen? Was

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1880 | | pagina 152