31
want dat had ik nooit geleerd bij m'sieur Willems, al
was ik ook al aan de ,,quatrième conjugaison." Maar
het verwonderde mij overigens niets dat hij naar
iets vreemds vroeg, want wij hadden nu letterlijk
alles in onzen winkel. Daar warenporte-monnaie's,
sigarenkokers, flaconnetjes, wandelstokken, vazen,
zeep, haarolie, pommade, vlekkenwater, zakkam
metjes, kinderspeelgoed en nog zoo véél andere
zaken, want mijn vader ,,deed in" galanteriën, en
daartoe behoort van alles, zie je, want we hebben
zelfs een poosje poeder voor limonade verkocht, en
ook wel eens kamervuurwerk! Maar dien mijnheer
van hierover, boven, meen ik altijd,verstond ik
niet. ,,Wat wilde mijnheer gehad hebben?" zei ik
dadelijk, want dat had ik Hendrik, onzen winkeljon
gen, die met vader was meegegaan, dikwijls liooren
zeggen. Ja, zie je," was't antwoord, „zoo'n ding...,
enfin", en na een sierlijk wuiven met een hand
schoen, dien hij in de hand hield, en dien hij
zeker ook bij ons gekocht had, want die verkochten
we ookZoo'n ding dat je op tafel zet, en waarin
je dan sigaren doet." Nu wist ik wat hij meende:
een sigarenstandaardik vertoonde hem eenige
exemplaren en spoedig deed hij eene keuze.
Zoo maakte ik kennis met den meneer van liier-
over-boven.
Nu moet je weten, dat vader een nichtje zou meê-
brengen, dat met de Sl-Nicolaas-drukte zou komen
helpen, en bij ons logeeren. Och, dat meêhelpen had
ook niet veel te beduiden, want ze heeft toen meer
gebroken en bedorven dan ik in mijn heele leven, en
ze deed den heelendag niets dan giebelen en lachen.