37
mijnheer Volhoop, die erg verlegen is en blijkbaar
niet begrijpt wat vader van hem hebben wil. Oom
strompelt echter op hem toe, neemt hem bij den arm
en brengt hem naar Marietje, die aan haar boezelaar
plukt en trekt, alsof het aan stukken moet. ,,Nu
Marietje," zegt oom, ,,daar is je Sinterklaascadeau;
ben je daarmee tevreden?"Marietje valt tegelijk
snikkend en lachend eerst oom en daarna onzen
overbuurman in de armendeze drukt geroerd de
hand van oom, en vader geeft Marietje een zoen, en
zij geeft moeder en daarna mij een zoen, en Hendrik
komt binnengeloopen omdat hij in zoo lang geen glas
pons heeft gehad, en nu krijgt hij een groot glas,
en zus knabbelt juichend aan haar suikergoed, en
allen zijn vroolijk en tevreden
Later hoorde ik dat oom een paar dagen vóór
Sl~Nicolaas gevraagd had of mijnheer Volhoop eens
bij hem wilde komen, om hem voor zijne hulp te
bedanken, en dat vader en oom hem toen meteen
hadden gevraagd voor S^Nicolaas te spelen, om voor
ons de illusie meer volkomen te maken. Verder had
oom heel goede berichten gekregen van mijnheer
Volhoop's vorigen patroon, die toevallig een van
ooms beste vrienden was en met hem in dezelfde
stad woonde, waar dan ook Marietje en onze buur
man van hierover-boven hadden kennisgemaakt en
elkaar lief gekregen. Nu begreep ik toen wel niet,
wat mijnheer Volhoop toch wel zoo bijzonder
aardigs aan Marietje vond, want ik hield in 't eerst
niet van haar, omdat ze mij altijd als een klein kind
behandelde, en ik kon veel verdragen, maar dat
nietmaar later heb ik leeren inzien, dat hij heel