VERZUCHTING. 45 ,,Wat gaf den krijgsman hier zijn moed Waarmeê hij werkte en streed, En dan (schoon droomend) ied'ren keer De week opnieuw weer deed? 't Was de aftochtroffel van de trom, Die ons 't Gebouw onttrok Maar nueen duizling in zijn hoofd, En in zijn harteen wrok. Want weer begonnen zij 't gevecht Die weêrgekomen zijn! Het eind was weder niet bereikt, Helaas, ook niet het mijn." Zoo dacht in d' Academia Een stoute asymptoot. O't smaakt hem bitterhet ontbijt, De gort, het bruine brood. Maar gij, die meer gelukkig waart, Bedenkt, wat harde plicht, Dat klimmen is in de eigen bank, Waar steeds zijn spoor nog ligt. Asymptoot.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1880 | | pagina 177