51 Des Zondags wonen de cadetten de Godsdienst oefening bij in de kerk of in de Roomsch Catholieke kapel, die mede tot de gebouwen der inrichting be- hooren, en waar de aan de inrichting verbonden geestelijken dier beide gezindheden den dienst ver richten. Na den afloop mogen de cadets gedurende een bepaalden tijd het gebouw verlaten, hetzij om zich naar hunne familie te begeven of om zich in de stad op gepaste wijze te vermaken. De vergunning tot uitgaan wordt niet geregeld naar de klassen waarin zij zich bevinden, maar naar de mate van ijver, die zij aan den dag leggen, en naar hun gedrag, zoodat het zeer goed mogelijk is dat een cadet uit Unter- Secunda meer vrijheid heeft dan een uit eene hoogere klasse. Wat die vrijheid aangaat, worden zij in vier afdeelingen verdeeld, die den naam van „Gensuurklas- sen" dragen. Eene terugzetting uit eene hoogere in eene lagere censuurklasse wordt tot de zwaarste straffen gerekend. De disciplinaire straffen zijn in volgorde van de zwaarte le afzonderlijke berisping. 2e berisping voor het front der compagnie. 3e gemis der vergunning tot uitgaan. 4e kamerarrest. 5e politiekamer (compagnies-arrest). 6e provoost (corps-arrest). 7e terugzetting uit eene hoogere censuurklasse in eene lagere. 8e gemis van een deel van het verlof. 9e degradatie. Inde maand Augustus wordt 4 weken, met Paschen 8 en met Kerstmis 14 dagen verlof gegeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1880 | | pagina 183