60 Bij de artillerie en de genie moeten de lste luite nants nog door een examen toonen, dat zij de voor den kapiteinsrang noodige bekwaamheden be zitten. De cadets, die niet aan de bovenvermelde eischen betrekkelijk ouderdom en lichamelijke ontwikkeling voor Portêpée-Fahnriche voldoen, en bij uitzondering ook anderen, worden in de klasse Unter-Prima ge plaatst. Indien zij zich in die klasse in a lie opzichten uit stekend gedragen,worden zij aangesteld tot „Unteroffi- ziere.Na afloop van den cursus in die klasse, kunnen de cadets óf tot het Portépée-Fahnrichsexamen worden toegelaten, óf in de klasse Ober-Prima of in de klasse Selecta geplaatst worden. Voor hen die uit die klasse het Portépée-Fahnrichsexamen afleggen, is de wijze om officier te worden geheel zooals boven beschre ven is. De cadets die in de Ober-Prima geplaatst worden bekwamen zich tot het Abiturients-examen. Zij wor den als zij zich goed gedragen, tot ,,Portépée-Unter- offiziere" aangesteld. Na het afleggen van het Abitu- riënts-examen worden zij onmiddellijk tot Portépée- Fahnrich aangesteld, en worden, met het patent daarop betrekking hebbende, bij een der regimenten ingedeeld. Ter onderscheiding van de Fahnriche die uit Ober-Secunda komen, dragen zij den naam van ,,wirkliche Portépée-Fahnriche." Het Abituriënts-examen is het eindexamen van eene „Realscliule ler Ordnung." Zij, die met het daaraan verbonden diploma uit het burgerleven in dienst treden, zijn vrij gesteld van het Portépée-Fahnrichs examen, daar dat van eenigszins minderen omvang is,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1880 | | pagina 192