73 Eensklaps keert hij zich om en snelt naar een' anderen officier toe. De stem van een stervende deed hem voor een oogenblik zijnen plicht als sol daat vergeten. George, kereltoch niet doodelijk?" ,,Er is geen hoop meer, Willem"; luidde 't antwoord. ,,Als je naar Holland terugkeert, en voor 't laatst kwam er weer leven in 't reeds gebroken oog, bezoek dan mijne ouders. Het zal hen troosten nog iets van mij te vernemen en te weten dat een vrien denhand mijne oogen sloot. Wees gelukkiger dan ikvergeet me niet. Arme moeder!" Een traan rolde over Willems bleeke wangen. Wie weet hoe gauw hij zijn jongen vriend, zoo even nog gezond en sterk, in 't graf volgen zal? Wie weet hoe gauw ook hij zijne luchtkasteelen in elkaar zal zien storten? Vooruit, luitenant, niet getalmd; 't beslissende oogenblik is daar. Vooruit!" zoo riep een zware basstem Willem toe. Deze weinige woorden waren voldoende, om hem aan zijnen plicht te herinneren. Hij stelde zich weer aan 't hoofd zijner manschap pen en wakkerde hunnen moed door zijn voorbeeld aan „Wreekt je officier, jongens hoerra voor Holland." Het is onmogelijk den verderen loop van 't gevecht te volgen. Het krijgsgewoel neemt al meer en meer toe; 't wapengekletter, 't kermen der gewonden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1880 | | pagina 205