78
Lotje!Zie, een Michel Angelo kon niet meer ge
roerd zijn, toen liij tot zijn' Mozes zeide: ,,Adesso
puoi parlare,dan wanneer Jan zijn, ,,o, Lotje,"
fluisterde.
Zoo hadden Jan en Lotje vele jaren elkander be
mind, Jan wachtende op zijne promotie tot com
pagnon en Lotje wachtende op de promotie van Jan.
Want, hoewel niet zonder kennis van zaken en zeer
bruikbaar als cijfermacliine, was Jan toch geen licht.
Eindelijk nam hij een kloek besluit. Hij zou naar
Indië vertrekken. Jan zou op een koflïeplantage
gaan om daar de koffiecultuur te leeren, en dan later
hier zelf een' uitgebreiden handel drijven.
Die Oost, weet je, zou hem 't geld doen toestroo-
men. Zelf wilde hij de zaken besturen, de prijzen op
de markt bepalenMaar, hoe dacht Lotje er over?
Hij hield veel van Lotje. En dan, zoo ver weg. In
den Oost! Tusschen de Blauwen!
Enfin, Jan toog Lotje-waarts. Hij zou maar met
de deur in huis vallen. De snelheid, (haastige spoed
is zelden goed) waarmede liij liet huis binnen kwam,
was niet te vergelijken met de snelheid, die de hond
deed vooruitschieten, recht op Jans kuiten af. Een
ongeluk komt nooit alleen, dacht Jan, maar hij hield
zich ferm.
Nadat de gewone formaliteiten en wederzijdsche
handdrukken gewisseld waren, begon hij
Lieve vriendenMama keek op, Papa legde
zijne pijp neer. Lieve vrienden," begon Jan nog
eens, ,,ik heb alles, hm, alles rijpelijk overwogen en
ingezien, dat zoolang mijne promotie nog niet daar
is, ik moeilijk kan trouwen."