81
Als een wervelwind kwam Lotje, in zooverre hare
corpulentie dat toeliet, naar heneden stuiven. ,,Daar
is Lotje, Jan," zei MamaJan stond versteend.
,,Gerechtige hemel! is dat Lotje, is dat getatoe-
eerde'
Dat was te veel. Ten tweeden male viel Lotje op
den grond en bleef liggen.
Vele jaren zijn er verloopen. Wilt ge me volgen,
lezer, naar den winkel van Van Peperen? Ge zult
dien ouden kruidenierswinkel niet meer herkennen,
't Uithangbord is weg, en op de glazen prijken gouden
letters. Ook de naam Van Peperen is verdwenen.
Gij vindt er de goede luidjes niet meermaar achter
de toonbank zit nu een 60-jarig vrouwtje, 't Is Lotje;
ze is, niettegenstaande hare pokdaligheid, getrouwd,
en breit aan het kousje van haar jongste kleinkind. Ze
ziet er nog flink uit. Van tijd tot tijd richt ze de oogen
naar buiten en zucht: ,,Dat het altijd zoo regenen
moet." En de kat voorde ruiten, knipoogt tegen den
vallenden regen.
Hevig met zijne parapluie manoeuvreerend, 0111
dit regenbeschutsel tegen de aanvallen van den
dartelen wind te beschermen, loopt een voorbij
ganger op straat; doch daar begeeft zijn redmiddel
hem, eene windvlaag onder de parapluie gekomen,
heeft haar ,,en tulipe" opgeslagen.
Goede raad was duur. Geen openstaand winkel
huis, niets dan een eenzame kruidenierswinkel is open.
6*