101
„Ja, dat is liet juist, waar we al sedert jaren naar
zoekenalles is evenwel nog met zulk een geheim
zinnig waas overdekt, dat de ijverigste nasporingen
nog tot niets hebben geleid.
Ook zijn vele onderaardsche gangen ontdekt, die
met eene reeks aan elkander gebouwde holen cor-
respondeeren. Volgens zeer vertrouwbare gegevens
moeten deze gediend hebben tot opsluiting van
menschen. Het moeten krotten geweest zijn zonder
licht of lucht, te klein om zich in te wenden of
te keeren, en als men daarbij bedenkt, dat daarin
werden opgesloten jonge menschen, niet alleen voor
enkele uren, maar soms voor geheele dagen, en dat
voor betrekkelijk geringe vergrijpen, dan kunt ge
daaruit zien hoe men bij deze jonge menschen stel
selmatig ieder gevoel van vrijheid trachtte uit te
dooven."
„Maar ik zie daar in de verte eene groote drukte,
eene menigte menschen schijnen daar aan het werk
te zijn," viel Henri den spreker eensklaps in de
rede.
„Jawel," zeide mijnheer Henkei, die over zijn
vorig onderwerp scheen uitgepraat, althans hij ver
volgde het niet. ,,Ge zult nu spoedig alles tot in de
kleinste bijzonderheden kunnen bekijken en zaken te
aanschouwen krijgen, die waarschijnlijk al sedert
een tiental eeuwen onder den grond zijn bedolven
geweest. Deze gebouwen, evenals de gelieele stad
Aderb, moeten vroeger verscheidene uren ver land
waarts in hebben gelegen, maar er schijnt hier in
deze streken zulk eene kolossale doorbraak te hebben
plaats gehad, dat al het westwaarts gelegen land