131 ARITHMETISCHE EN GEOMETRISCHE PRACTIJKE DER BOSSCHIETERIJE. In deArithmetische en Geometrische Practijke der Bosschieterije, waar in geleert en aangewesen wordt alle het gene dat een Constapel, soo te water als te Lande, sonderlinge van noode is te weten" door Willem Glaesz. van Utrecht A° 1675 en opgedragen ,,Aen de Edele, Erntfeste, Hoogh-geleerde, Waerde, Wijse en Yoorsienige Heeren, de Gecommitteerde Raden ter Admiraliteyt binnen Rotterdam" komen o.a. de volgende bepalingen of voorschriften voor 1. Een punt is een ondeelbaer stipken, 't welcke alleene met het verstant moet begrepen worden. 2. Linie is een lenghte sonder eenighe breete, een rechte linie is de kortste uijt-streckinghe van 't eene punt tot het anderwant een kromme linie draeijt sigh boven ofte onder sijnen aenvanck, ende daerom moet een rechte linie altoos korter wesen als een kromme. Nota. Het gebeurt menighmael dat een Constapel op eenBaterij komt, bij onbekent schut, ofte, om beter te seggen, bij soodanige stucken die hij noijt selve geprobeert en heeft, en de hem wort ordre gegeven opseeckeregelegenthedenvuurte geven, in alsulcken geval sal hij alsdan terstondt sijn stucken uit den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1880 | | pagina 263