In tijd van vrede wijden zij, in overleg met de commandanten der artillerie en genie, hunne zorgen aan alles wat betrekking heeft op de voorbereiding tot den oorlog. In tijd van oorlog staan de bezettingen der ver sterkte plaatsen alsmede het materieel tot de ver dediging der liniën, stellingen en sterkten aangewezen, onder hunne bevelen. Aan ieder bevelhebber is een kapitein of luitenant als adjudant toegevoegd. Eene tweede verdeeling van het rijk betreft die in acht verdedigingsstellingen, elkeen deel bevattende van het vestingstelsel en eenige niet versterkte plaatsen, waarin zich de noodige magazijnen van artillerie- en geniemateriëel bevinden. Het geniemateriëel staat onder het toezicht van den genie-commandant in de stelling, het artillerie- materiëel onder den artillerie-commandant in de stelling gestationeerd. In tijd van oorlog voert de hoogste of oudste in rang het algemeen commando. Tot de le stelling, standplaats Utrecht, behoort de Nieuwe Hollandsclie Waterlinie van af het fort de Klop tot aan de Lek. Tot de 2e stelling, standplaats Naarden, de Nieuwe Hollandsche Waterlinie van de Zuiderzee tot het fort de Klop. Tot de 3e stelling, standplaats G-orinchem, de Nieuwe Hollandsche Waterlinie van de Lek tot de Merwede en door het Land van Altena tot de Nieuwe Merwede. LXXV

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1880 | | pagina 81