ban van de dienstdoende schutterijen uit 573 off. en 41141 ond. en mind. Totaal 2315 off. en 91950 ond. en minderen. NEDERLANDSCH OOST-INDISCH LEGER. Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indie en Opperbevelhebber van Zijner Majesteits Land- en ZeemachtZijne Excellentie de heer Mr. J. W. van Lansberge. Leger-GommandantLuitenant-Generaal H. G. Roumeester. AInfanterie. De infanterie bestaat uita. 18 veldbataljons en 4 depót- bataljons; b. algemeene depóts of subsistentenkaders op Java enz, met eene garnizoenscompagnie voor Bantam en Cheribon en een garnizoensbataljon voor de 2de militaire afdeeling; c. kaders van de strafdetachementen te Klatten en Ngaivi; d. garnizoensbataljons ter Sumatra's Westkust; e. garnizoenscompagnie der Lampongsche districten; f. gar nizoensbataljons te Palembang, Benkoelen en Banka; g. gar nizoenscompagnie van Riouw en onderhoorigheden; h. gar nizoensbataljons ter wester-, zuider- en oosterafdeeling van Borneo, van Celebes en onderhoorigheden en der Moluksche eilanden. Een veldbataljon bestaat uit vier compagnieën. De bataljons zijn samengesteld als volgt: 1 bataljon uit 2 Europ., 1 Amboineesche en 1 Afr. compagnie. 3 bataljons 2 2 compagnieën. 4 2 2 inlandsche 10 1 3 I.XXXV

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1880 | | pagina 91