Normale formatie. B. Onderofficieren e Europeanen Ai Infanterie 8801 Cavalerie 406 Artillerie j Paneel materieel 36o Mineurs en sappeurs 1*25 Genie 246 Topogr. bureau, enz. 28 Verkenningen 72 Stafmuziek 31 Onderoff. kwartierm. 66 Militaire school 126 Kader pupillenschool 57 Kader huis van arrest 27 Hospitaaldienst 869 Schrijverspersoneel 515 Totaal ond. en mansch. 13137 246 1406 15453 30242 De ïiormale formatie van het Nederlandsch Oost-Indische leger bedraagt alzoo 1434 officieren en 30242 onderofficieren en manschappen. De tegenwoordige formatie telt: 1 luit.-gen., 3 gen.-maj., 10 kolonels, 33 luit.-kol., 70 majoors, 365 kapiteins, 624 le luit. en 446 2e luit.; totaal 1552 officieren en 32565 onderoff. en manschappen. Sterkte op 1 Januari: 1464 Europ. off., 2 Inl. off, 16266 Europeanen, 202 Afrikanen, 1258 Am- boinezen, 18914 Inlanders, zoodat het Nederlandsch Oost-Indische leger bij het begin van 1879 eene sterkte had van 1466 officieren en 36640 onder officieren en manschappen benevens 1251 paarden en 30 muildieren. sr Manschappen. c. Amboin. Inland. Totaal. 6 1406 12923 23376 669 1075 1017 2420 62 427 120 245 61 307 28 72 31 66 2 128 57 27 599 1468 515 XG

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1880 | | pagina 96