xci
Onder de sterkte van 1466 officieren zijn begrepen
85 adj.-ond. dienstdoende officier (54 inf., 1 cav.,
30 art.) en 91 officieren, buitengewoon gedetacheerd
van het leger in Nederland.
Onder de sterkte zijn niet gegrepen 230 officieren
met verlof buiten Ned.-Indië, 8 off. op non-activiteit,
9 off. gedetacheerd in Nederland.
Van de 16266 Europeanen waren afkomstig uit
Nederland 7059, Nederl.-Indië 1155, België 3733,
Duitschland 1289, Zwitserland 706, Frankrijk 1930,
van elders 394.
De voorloopige bezetting van Atjeh en onder-
hoorigheden bedroeg op 1 Juli 1879 een totaal van
385 officieren en 10208 onderofficieren en minderen.
Bij de militaire school te Meester Cornells
studeerden bij den aanvang van den cursus 187879
121 élèves, over drie studiejaren verdeeld als volgt:
infanterie le st. 33, 26 st. 48, 3e st. 26cavalerie 4
militaire administratie 10.
De artillerie-school te Weltevreden, telde 28 élèves,
waarvan 12 in het le, 8 in het 2e, 3 in het 3e en
5 in het 4e studiejaar.
TRAGTEMENTEN EN SOLDIJEN.
Tractementen van de opper-, hoofd- en verdere
officieren bij de wapens, staven en dienstvakken
bij het leger hier te lande en in Oost-Indië.
Tractementveldmaarschalk ƒ20000, minister van oorlog
ƒ12000.
Jaarwedde van den gouverneur-generaal ƒ160000, tracte
ment legercommandant ƒ24000, tafelgeld ƒ6000, four, ƒ2160.