c De eenige dagendie verder in het kamp van Teteringen vermelding verdienen, zijn 26 en 29 Juni. Op den eersten werd 's avonds door de artillerie met lichtkogels geworpen en het terrein door licht- fakkels verlichtop den laatsten liet de genie eenige fougassen springen en vernielde zij een spoorweg., beide door dynamiet. Dit vooral lokte veel toe schouwers uit de stad. Ook zou de genie nog een oud kanon hebben laten springeneen woeste triomfdans der artille risten om het gespaarde kanon hewees echter het mislukken van die poging. De genie liet het er echter niet bij rusten en het bleek dan ook weldra dat de artillerie te vroeg victorie had gekraaid want een paar dagen later werd zij gedwongen van de vernieling getuige te zijn. Den 3osten Juni vertrokken de artilleristen naar Bredaom vandaarna er hunne koffers gepakt en er den nacht doorgebracht te hebben, naar Olden- broek te gaan. Eene regenbui verwelkomde henzoowel als de Cursianen, die zich te Utrecht bij hen aansloten, in het Oldebroeksche kampen de eerste dagen brachten hun ook helaasniets anders dan regen Ja, thans zouden zij dan toch wezenlijk eene her haling van verleden jaar krijgendachten ze. Maar neen! Na een paar dagen, schikte zich het weder tot deugd en konden ze met droge kleeren hunne werkzaamheden verrichtendie uitsluitend in het vuren met de verschillende kanonnen bestonden. Den iodcn Juli werden wij verrast door de tijding

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 108