dat er 15 Cadet-Sergeants waren aangesteld. Voor zeker eene aangename belooning voor de doorge stane moeite en zorgen vóór den kamptijd. Den 8sten Juli kwam het 4de jaar infanterie, cava lerie en genie uit Teteringen te Oldebroek, om nog een paar dagen de schietoefeningen bij te wonen Die paar dagen waren spoedig voorbij en de zoolang gewenschte I4de Juli brak eindelijk aan, die de Cadetten van de beide oudste jaren weder naar hunne haardsteden terugvoerde en den pas benoemde officieren vergunde hun Cadettenpak voor goed aan den kapstok te hangen. Den volgenden dag gingen de twee jongste jaren met verlof. „Na arbeid is 't zoet rusten.'' Niemand heeft zeker de waarheid dezer spreuk meer ondervonden dan de cadet wanneer hijna ruim 10 maanden moeite en arbeid, eindelijk ver gunning krijgt om gedurende eenigen tijd eens volop van het leven te genieten. Wij- behoeven ze u zeker niet in het geheugen terug te roepen die schoone dagen, waarin gij zoo geheel uw eigen heer en meester waart, toen gij u zoo geheel vrij gevoeldet van de dikwijls knellende banden der militaire plichtdie dagen van kalme rust en van onbekommerd vroolijk levendie dagen van gemak en weelde, van vreugde en genoegen. Neen, gij hebt ze niet vergeten. Maar evenmin zult gij den dag vergeten hebben, toen gij van dat alles weder voor langen tijd afscheid moest nemen, dien 3ien Augustus, toen gij 's avonds de zware poort- CI

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 109