mm m,- toen zij een jong mensch van 19 jaar op zulk een toon van scheiden hoorde sprekenterwijl die schei ding toch zeker slechts van korten duur zou zijn en de reis zich niet verder dan tot Breda zou uitstrekken. Wist zij misschien de redenwaarom hem ditmaal dat vertrek zoo moeilijk viel? O die vraag had hij zich reeds zoo dikwijls ge daan, en altijd was hij er het antwoord op schuldig gebleven. Meende hij ook soms, dat zij die reden wist, of althans giste, een ander maal bracht haar gedrag hem tot eene geheel andere overtuiging en zelfs toentoen zijvertrouwelijk haren arm in den zijne leggendhem levendig toesprak „Ja, niet waar, 'tis niet aangenaam om te scheiden van plaatsen die men heeft lief gekregen om hare schoonheid ook al is men er slechts korten tijd geweest?" toen voelde hij weder dien twijfel bij zich oprijzen en huiverde bij die gedachte; het bloed steeg hem naar het aangezicht en zijne lippen bewo gen zich als om te sprekenmaar hij bedwong zich en antwoorddena een vrij langdurig stilzwijgen uiterlijk weder volkomen kalm „Ja, scheiden van plaatsen, waar men gaarne is, doet onaangenaam aan, maar...." „Scheiden van personen, die men lief heeft, nog meer, wilt ge zeggen," viel ze hem in de rede, en wederom voelde hij die huivering door de leden, wederom bewogen zich de lippenmaar wederom bedwong hij zich, toen zij op zachten toon vervolgde, als sprak zij van iets dat lang geleden was IO

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 128