m IS zij hem misschien niet bemindehoezeer hij ook onder andere omstandigheden het tegendeel gewenscht zou hebben. Toen hij nu op bovenbedoelden avond zijn slaap kamer had opgezochtliep hij nog lang op en neer en dacht. Wederom was die vraag bij hem opge komen „Bemint zij mij die vraag die hij zoo lang had gehoopt ontkennend te kunnen beantwoor den maar waarop hij na het pas gehouden gesprek vreesde een bevestigend antwoord te moeten geven. Wat beteekende anders hare ontroering toen hij van scheiden sprak; wat dat ontwijken van zijn blik als hij haar zoo doordringend aanzagwat die blos toen zij zijn strijd bemerkte Ohij had reeds zooveel geleden, die strijd tusschen plicht en neiging was hem zoo zwaar gevallenmaar tot nog toe had hij dien kunnen volhouden; doch toen, toen werd hij dubbel moeilijk, t Was niet alleen meer de vraag of hij zichzelf ongelukkig maakte hij moest misschien ook het ongeluk van een ander bewerken, omdat zijne plicht het geboodomdat hij haar later geluk niet als een onoverkomelijke hinderpaal in den weg mocht staanMaar GodHij kon toch niet koel bloedig haar, die hem het liefst op aarde was, grieven .tot in 't diepst van het hart, dat kon hijhij toch niet doenEn toch het moesthet moest Hij stikte bijna, hevig zwoegde zijn borst, met moeite haalde hij ademgroote zweetdruppelen parelden op zijn doodsbleek gelaat, terwijl zijn ge- heele lichaam trilde. Lucht moest hij hebben, lucht!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 133