AT"V
I7
En Louise?
Zij zou hem vergeten en gelukkig wordenzelfs
al beminde zij hem nuen dan zou zij hem ook
dankbaar zijn voor het offer, dat hij moest brengen.
En een lachje, ontzettend weemoedig, kwam op
zijne lippen te voorschijn. Hij gevoelde dat hij
overwinnaar was gebleven in den strijd tegen zijn
eigen hart, hij gevoelde, dat hij zijne plicht zou
kunnen doenmaar hij wist ook dat zijn verder
leven vreugdeloos zou zijnSlechts ééne vrees be
kroop hem nog, en benam hem bijna weder den
moed: „Wat zou Louise denken? Zou zij hem mis
schien niet voor een huichelaar aanzien voor iemand
zonder gevoelzonder medelijdenvoor een karakter -
loozen egoïst, die haar gebruikt had als speelpop
zijner luimen?" Ziet, alles zou hij kunnen dragen,
maar dat niet. Hij wilde in haar aandenken blijven
als een trouwwaarachtig vrienden tochhoe licht
was het niet mogelijk dat zij hem als een verachtelijk
mensch zou beschouwenwanneer hij vertrok zonder
verder iets tot haar te zeggen.
Maar daar herinnerde hij zich hare laatste woor
den daar herinnerde hij zich hoe zij hem toegestaan
had haar vriend te zijn en hij dankte haar in stilte
voor den taktwaarmede zij dit verzoek had uitgelokt.
Ja, zij had hem begrepen, zij waardeerde zijne han
delwijze en wilde hem steunen in zijn strijd; misschien
wel zich zelf beschermen tegen eigen zwakheid.
„Arm, arm meisje," zuchtte hij, toen die laatste
gedachte bij hem oprees „maar tochhet moet
het is voor uw later geluk noodzakelijk."
*^4..m
M. 2