m
31
dat ideaal zoo dicht mogelijk nabij komt. Reeds
zeven jaren geleden wist ik dat ik die gevonden had
toen mocht ik niet sprekenik moest zwijgenmaar
nu," en zijn stem trilde „nu ben ik weerge-
komen en nu mag ik zeggenwat ik zoo gaarne
reeds vroeger had willen doen Gij zijt die persoon
Louise, wilt gij de mijne zijn?"
Zij had niet durven opzien, haar geheele lichaam
beefdemaar toenmet een onbegrijpelijk lieven
glimlach de oogen naar hem opslaande, zeide zij
zacht
„Onbarmhartigeeindelijk
En hij sloeg de armen om haar heendrukte
die tengere slanke gestalte aan zijn borst en den
eersten heiligen kus op hare lippen.
Arm in arm traden zij een oogenblik later de
veranda binnentoen Willem vroolijk uitriep„Ik ga
morgen nog niet weg, zij" en hij wees op Louise,
„heeft een keten voor mij gesmeed, dien ik niet ver
breken kan."
En een nieuwe kus op het blozend gezichtje was
de bezegeling van hun verbond voor oom en tante.
G. W. C. W.