38 1 hem snel te verslaan en zoo mogelijk geheel te vernietigen, of ten minste tot een onmiddellijken aftocht te dwingen; daarna kon hij zich nog tij dig en zonder vijand in den rug tegen de uit het Zuiden opdringende Franschen en Oostenrijkers wenden. Dohnadie de Zweden binnen Straalsond had teruggedrongen werd vooruit gezonden naar Kristrin, dat door de Russen fel werd bestookt, maar wegens het moerassige voorliggende terrein niet bestormd kon worden. De Pruisen kwamen nog tijdig aan om de geheele insluiting van de vesting te voor komen en het gelukte Dohna den vijand achter den Oder terug te houden. Vreeselijk echter werd de stad beschoten. Zij brandde bijna geheel af. De werken leden evenwel weinig van het vuur; maar toch was spoedig ontzet noodzakelijkwilde de over tocht der Russen over den Oder op den duur belet worden. De Koning bracht ter goeder ure hulp. Na een uiterst snellen marsch in het heetste van den zomer, kwam hij den 20sten Augustus met zijn leger te Frankfort aan. Hij had zijne keurtroepen met zich genomen; Seidlitz voerde het bevel over de Cavalerie. Zijne opmerking tot Dohna„Uwe soldaten zijn netjes gepoetst. Ik heb er meêgebracht die er als sprinkhanen uitzien, maar zij bijten,'' werd ten volle bewaarheid. Het leger marcheerde nu Noordwaarts langs den linker oever van den Oder. De Koning en zijne soldaten waren in gelijke mate vervuld met de V- gj'

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 156