Die der Pruisen werd gedurende den slag in zware
batterijen voorwaarts opgesteld.
De Pruisische Cavalerie was sterker dan die der
Russen (10.000 6.000 man) en werd bovendien
aangevoerd door Seidlitzaan wien Frederik volko
men vrijheid van handelen had gelaten.
De slag begon met eene ontzettende kanonnade,
waarbij de koninklijke Artillerie verre de overhand
had. Verschrikkelijk was de uitwerking van haar
vuur in de dichte liniën der Russen. Maar deze hielden
met bewonderenswaardige hardnekkigheid stand, en
hoe velen er vielen, de openingen werden altijd weder
aangevuld, zonder dat van wijken of verwarring
sprake was. De verwoesting was echter zoo groot,
dat dit vuur misschien reeds voldoende zou geweest
zijn om de Russen geheel te verpletteren of ze, uit
vrees voor algeheele vernietigingtot een wanhopigen
aanval te dwingen. In het laatste geval waren alle
kansen op de overwinning aan Frederiks zijde en
zou de zegepraal weinig offers gekost hebben.
Om verschillende redenen evenwel, ook omdat de
grootte van het verlies aan 's vijands zijde, door het
telkens opsluiten der gelederen niet te bespeuren
was, en voornamelijk uit bezorgdheid voor het in
het gevecht ingrijpen van de Cavalerie vanRomanzow,
waardoor de overmacht der Russennu reeds groot,
verpletterend ware geworden, besloot Frederik tot
den aanval over te gaan.
Hij bezigde daarvoor den schuinen aanvalsvorm
en liet den linker vleugel, vóór welke de voorhoede
was opgesteld, vooruitrukken terwijl de rechter