'm,
i
45
voorwaarts. De Russen, èn door geschut èn door
geweervuur verpletterd, zochten heil in een wanhopigen
tegenaanval, die deze keer uitsluitend aan de Cavalerie
werd toevertrouwd. Werkelijk dreigde een oogenblik
gevaar, maar kalm en vast werd de onstuimige aan
loop afgeweerd, en door de zwarte Huzaren van Ruesch
achtervolgd, weken de Russen in allerijl terug.
Tegelijk echter werd ook op de nog niet geheel ge
ordende regimenten van den linker vleugel der Pruisen
een hevige tegenaanval gedaan. Achttien bataljons
van dezen vleugelhun ouden roem vergetend, weken
lafhartig terug en vluchttenzonder schaamte voor
het bijzijn des Koningsals door een panischen
schrik bevangendaarbij de achterstaande troepen
medeslepend. De toestand der voortrukkende Pruisen
werd daardoor hachelijkwant hunne flank was door
de ontstane opening geheel ontbloot.
Weder was het Seidlitz, die hier redding bracht.
Dadelijk zette hij zijne troepen in beweging ter
wijl de aanval op de rechterzijde door de dappere
regimenten zonder weifelen werd voortgezet. De
Russenin een wig beklemd bij dit gelijktijdig aan
grijpen, werden, ondanks den hevigen tegenstand,
vernietigd en in de achtergelegen moerassen gedreven.
Dit was de laatste maar zwaarste taak voor de
Seidlitzer ruiterij geweest. Zij had de overwinning
aan de Pruisische zijde gebracht groot echter
waren de geleden verliezen.
Deze aanval werd, uithoofde van de vermoeidheid der paardeD,
in galop volbracht. De ren werd niet aangenomen.