49 De ruiters weifelen; zij staken het vervolgen En trekken zich, nabij den Vosberg Tot eene zware massa samen. Hun voetvolk, 't geregeld strijden ongewoon, Pakt zich opeen en vormt een dichten drom Die zonder regel vuurt en vriend en vijand treft, Verblind door stof en kruit, Door geestrijk vocht benevelddat hun geschonken werd Tot sterking van den moed. 't Houdt stand Als waar 't verwonderd over 't stout bestaan, Verbaasd, dat die befaamde regimenten Voor hun tegenaanval wijken Seidlitz heeft dit gezien en met hem zijne ruiters Met bloedend hart aanschouwen zij de slachting hunner makkers, En beven van verlangendien nederlaag te wreken. Nu is het oogenblik van hand len daar. Het voorwaarts klinkt Een tooverwerking heeft dit woord op de verwoede scharen En driftig snellen zij den dalgrond door. Dus gaat het voorwaartsdravend voorwaarts Dan voort in galop en rennend voort, Vooruit naar 's vijands gelederen. In front een zwarten ruiterdrom en rechts Een ordelooze massa voetvolk; Op beide stormt het los '^Ss. M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 167