52
Of zelfs alleenstaandvochten zij en vielen op de
plaats.
Aan wijken dacht geen een.
En wien de wapens in de hand verbrijzeld waren
Verweerde zich met vuist en tanden. Gekwetsten,
Ter aarde liggend, streden tot den laatsten doodsnik
mede
Of worstelden in bitt're woéde en haat met een ge-
wonden vijand.
Over deze Infanterie, nog ongeschokt,
Kon alleen een Seidlitz zegevieren
En nog slechts door een plan, dat, geniaal beraamd,
Volvoerd werd door den schoonsten ruitertroep
Dien Pruisen ooit bezat.
Seidlitz ziet dit en laat snel 't herzaam'len blazen.
En weêr gaat het ten aanval. Ten tweeden male
Voert hij zijn scharen ter overwinning.
Na een bloedig worst'len is 's vijands rechter vleugel
Geheel vernield. In zegepraalmaar dood'lijk afgemat
Verlaat nu Seidlitz met zijn dapp're ruiterij het
Met dooden als bezaaide slagveld.
Nog wacht de zwaarste taak.
Een adjudant des konings komt aan Seidlitz
De laffe vlucht der achttien bataljons berichten.
„Zeg den Koning, dat nog niets verloren is;
De ruiterij heeft nog niet al gedaan, wat zij bij
machte is."
Zoo luidt het antwoord.
o