x li m,-m Het was heerlijk weêreen heldere herfstavond en niets was er wat hen hinderde. Voor hunne voeten huppelden de gele blaadjes een dans, als wilden zij het jonge tweetal wat vroolijker stemmen en boven hunne hoofden stond de maanslechts voor een gedeelte zichtbaar; ze was in haar eerste kwartier hoe schoon ze ook prijkteover eenigen tijd zou ze toch noch glansrijker staan. Was dat hemellichaam misschien een beeld van hetgeen die twee jeugdige harten daar ginds ge voelden en van wat die beiden hoofden dachten 62 II. NIEUWE MAAN. Spoediger dan Frits van der Vught gedacht had, kon hij zich in zijne nieuwe woonplaats schikken dikwijls kon men hem met een vergenoegd gezicht in zijne stoel voor het raam zien zitten. Zóó ge tuigde althans een mooi blond meisje, dat tegen over hem woonde, maar zij wist niet, dat hij, zoo opgewekt kijkende, een portret in de hand hield, waaraan met rose strikjes een vlechtje haar beves tigd was. Cécile du Tour was de algemeen gevierde dochter van een gepensioneerden zeekapitein, die zijn leven was komen slijten en zijn geld verteren in het stadje, waar onze jeugdige van der Vught kamers bewoonde. Blauwe oogendie zoo vroolijk keken I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 180