67 doen, bij mogelijk mislukken van de eerste: Je i wandelt voorbij haar huis, struikelt over een steen en bezeert je knie (maar natuurlijk niet zoo, dat je voor je geheele leven ongelukkig bent) dan blijf I je liggen, tot een voorbijganger hulp biedt; die draagt je bij de familie du Tour binnen; de oudste dochtei past je allerliefst openenfinde rest zul je dan zelf wel vinden." „Keiel, ik blijf je eeuwig dankbaar. Morgen aan I den dag begin ik met het laatste plan jij bent mijn i bruidsjonker, als het slaagt." Den volgenden middag zien wij Frits in gejaagde I stemming op zijne kamer heen en weer loopen. Angstig kijkt hij naar den steenwaarover hij I vallen moet, nog benauwder naar de deur, waar hij binnengedragen moet worden Hij legt zijne zaken wat ordelijk op en in zijne schrijftafel voor het geval dat hij soms wat lang ziek mocht blijven. I „Wat is dat ook weer voor eene enveloppe," zegt hij bij zich zelf; „o jadat is waar ookdie is van Marie, mijn vroeger schoolvriendinnetje." „Juffrouw, ik ga even wandelen, u behoeft geen I thee klaar te zetten." „Goed meneer." „Ja, ja,' denkt Frits, „zegt u maar „goed j meneer;" ik mag hopen, dat ik het over een half uurtje kan nazeggen." Eerst loopt hij nog een paar straatjes omrookt zijn sigaaralsof hij op zijn grootste gemak wan- j deldeslaat den laatsten hoek om, en krijgt het huis in het oog. Zijn hart klopt, slaat, bonst. Hij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 185