78
trouwens reeds genoeg aan; hij begrijpt nu, dat
het woordjes van rozengeur en maneschijn waren,
die daar tusschen rozen en in maneschijn werden
gefluisterd. Ja waarlijk! er was weer maneschijn,
en nu geen nieuwe maaneerste of laatste kwartier,
maar prachtige „volle maan."
Op eens kwamen Frits weer zijne wandelingen
bij verschillende maanperioden voor den geest, en
toen moest hij bekennen, dat hij zich nog nooit
zoo gelukkig gevoeld had als nu.
Vol vreugde was zijn hart, vol dankbaarheid haar
gemoed; vol liefde voor elkaar eindelijk het paartje,
dat nu, beschenen door de volle maan, zijn hoogste
geluk bereikt had.
Erre.