87 met de zooeven beschrevene. Alleen wordt hier meer aandacht gewijd aan die vakken, die een aanstaand artillerie- of genie-officier noodig heeft. De eerste telt 160 leerlingen en vormt voor den dienst eene batterij; de tweede telt 126 leerlingen en vormt eene compagnie. Opmerking verdient, dat we hier iets aantreffen, dat bij weinig andere legers te vinden isnamelijk dat eene militaire 011- derwijs-inrichting voor den dienst een bereden korps vormt. Tot den cursus, die 3 jaren duurt, worden weer jongelieden met en zonder examen toegelaten. Met examen wordt een ieder opgenomen. Zonder examenin de jongere klassen zijdie met goed gevolg den cursus aan een Militair Gymnasium heb ben gevolgd, in de hoogste klasse de van eene der onder I genoemde Militaire Scholen afkomstige aspiranten. De laatste verkrijgen na het verlaten van de Militaire School, den titel van Portépée- Jonker. Den leerlingen, die deze school bezoeken, wordt de tijd, dien zij er doorbrengen, als actieven diensttijd aangerekend. Na het verlaten van de school worden de jongelieden, die van eene der Militaire Scholen afkomstig zijn, tot onderluitenant, die, welke van een Militair Gymnasium komen, tot vaandrig aangesteld. III. De Nicolaas-Cavalerie-school is uitsluitend bestemd, denaam duidt het reeds aan tot vorming van Cavalerie-officierent De cursus duurt 2 jaren en wordt opengesteld voor 200 leerlingenalleen zij die van het vroeger gemelde gymnasium af komstig zijn, worden hier toegelaten, Voor exercitiën

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 205