IR En daarna volgen in bonte rij Alle mogelijke bijnamen met de rechte namen er bij. In het belang van net- en duidelijkheid, Geef ik je daarvoor drie heele dagen tijd. Hè, wat zeg je, „Jawel Mijnheer?" Och kerel, doe zoo iets als je belieft nooit weer, Ik wil volstrekt niet dat je me voor een heer uit scheldt Wanneer een oudje je iets vertelt, Dan zeg je eenvoudig „Ja" of „Neen", „Jan" of „Piet", Of beter nog, je antwoordt in het geheel maar niet, Want wanneer ik je 'teen of ander beveel, Dan helpt je zoo'n „Ja" of „Neen" toch niet veel. Het antwoorden is dus vrij wel overbodig, En alleen als men je iets vraagtwordt het noodig. Ik hoop dat je dit zult hebben begrepen; En omdat je je nu zoo leelijk hebt vergrepen, Kun je nu gaanom over een half uur terug te keeren En mij dan met het een of ander te amuseeren Je kunt bij voorbeeld een paar versjes van buiten leeren, Of wel een gedicht van den schoolmeester reciteeren, Ook zou je heel aardig als eerste danseur kunnen fungeeren Of met een paar collega's een beetje exerceeren, Dan oefen je je meteen in het commandeeren. Enfin, je moet maar zooveel mogelijk van je talenten profiteeren. Ik laat je in de keuze volkomen vrij Maar ik zeg je er onvoorwaardelijk bij 102

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 220