mm i j6 en zij had gelachen en had, om met mij te blijven prateneen dans afgeslagen. En 's nachts droomde ik van een Engeldie op de wolken wandelde en mij vriendelijk toeknikte. Na dien avond sprak ik Jenny dikwijls, maar vreemd genoeg, zij sprak nooit over den brief en ik durfde er niet naar vragen. Hoe meer ik haar leerde kennen, des te meer hield ik van haar, des te meer droomde ik er van om éénmaal met haar te trouwen en beraamde ik plan nen voor de toekomst. Zoo werd ik 13 jaar. Het ongeluksgetal maakte ook mij diep ongelukkig. Mijne ouders vertrokken naar eene andere plaats en met hen ook ik. Daar lagen mijne plannen vernietigd, mijne luchtkasteelen in puin gestortalles uitvoorbij Toen ik Jenny vaarwel zeidelachte zij en zei: dat zij er vast op hoopte mij gauw weêr te zien. Mij stond het huilen nader dan het lachen. Wanneer zou dat „gauw" zijn? Hoe vreemd een jongen toch kan droomen! Nu ben ik 30 jaar en tegenover mij zit mijne lieve vrouw. Zij is jong, schoon, eenvoudig, vroolijk; zij heeft zwarte haren, donkerbruine oogen, eene tengere, vlugge gestalte, nette voetjes. Het is Jenny Ik was 25 jaar toen ik in mijne geboortestad eenige dagen bij mijne familie doorbrengend, Jenny wederzag. Zij was zoo mogelijk nog schooner geworden,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 234