'm,.,...
1 r9
Hij wenschte haar als vrouwtjcn in
Zijn nieuwgebouwde woning,
En daarom had men hem nu reeds
Benoemd tot Kermiskoning.
Deez' azond was door hem bestemd
Om haar tot vrouw te vragen.
In 't eind kwam 't hooge woord er uit
Hij zou het nu maar wagen.
„Hoor Mie! ik heb genie in jou,
Laat ons elkaar beminnen
Och als je blieft, zeg toch maar ja,
Gaan wij bij moeder binnen."
Een knikje was haar antwoord,
Zij waren nu een paar.
Teun sloot haaf in zijn armen
Zoo was het zaakje klaar.
En weder is het Kermis
Mooi Mieke danst niet meê,
Zij woont nu met haar Teunis
Op 't erfje „Weltevrêe."
Kraai Pisang.
In sommige kleine dorpen van Brabant is men gewoon hem
tot „Kermiskoning'® te benoemen, die van plan is het mooiste
meisje uit het dorp of den omtrek ten huwelijk te vragen.
De Schrijver.