I i Je ziet, zoo naast elkander moeten zijn, en omdat het ge huil zoo gloeiend vervelend is. Want bijgeloovig wil ik niet heeten. Vertrouwen op loterijkansen heb ik niet, en het ééne lot is zooveel waard als het anderemaar een staartnommer is een staartnommer en als ik er een hebvergeet ik nooit het te vertellen maar dat komt omdat het zoo aardig is, er eens om te lachenwant Bijgeloovig wil ik niet schijnen. Gisteren avond had ik een stokje in mijn thee, en dat kan een brief zijn met zegen in de toekomst (zoo'n sterretjes zegen, weet je) maar ik reken er niet op, want die toekomst is nog zoo ver. Maar van morgen heb ik een zwart schaap ge zien en eer ik er aan dachthad ik al een wensch geuitals nu die wensch uitkomt, moet je niet denken dat ik aan voorteekens ga geloovenwant dan komt het alleen omdat hij al bijna vervuld isnadat de nieuwe staatsbegrooting aan de toekomstige officieren zulke schitterende vooruitzichten heeft geopend. Bijgeloovig ben ik niet. 121 p

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 239