t 127 SS onoverkomelijken dorst naar weeldezijne kalmte had plaats gemaakt voor eene vaak gemaakte luid ruchtigheid en grootspraak van zich zeivenvoor een pochen op zijn rijkdomeen minachtend neer zien op zijne minderen; kruipen voor ieder, die van hoogere afkomst was en vleien om hunne vriend schap ziedaar wat hem kenmerkte. Kortomde wereld noemde Harting een „parvenu." Zoo was dan de tijd aangebroken, waarop Adriaan van zijne ouders afscheid moest nemen om naar Holland te gaan. Het deed hun leed hun eenig kind voor zoo langen tijd te moeten missen, maar Har- tings smart werd veel getemperd door de lucht- kasteelen, die hij zich over de toekomst van zijn zoon bouwde. Vader zag zijn Adriaan reeds als residentgevleid door tal van inlanderssoms reikten zijne gedachten zelfs nog verderdan mocht hij zich zijn zoon zoo gaarne voorstellen als „Toe- wan Besar", als den Grooten Heer, die, in pracht en weelde levendehet heerlijke Insulinde regeert. Adriaan was achterlijktoen hij in Holland aan kwam en hij had het slechts aan zijne goede geest vermogens te dankendat hij reeds spoedig op de Polytechnische School geplaatst werd. Met moeite had hij bij zijn vader weten te bewerken, dat deze van zijn vroeger genomen plan afzag en hem de toestemming gaf ingenieur te worden. Adriaan werd dan student en wel zooals hij zich het had voorgesteldhij leidde een vrij en onge bonden leven, verteerde veel, en was altijd omringd door tal van vrienden, wien het meer om zijn geld m,-0#

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 245